Het water in de zee
Zeewater is erg zout en niet drinkbaar.
Het belangrijkste zout is natriumchloride oftewel keukenzout.
De meeste van die zouten komen uit rivieren.
Zij nemen mineralen mee uit de gesteenten waar ze langskomen.
Ook sommige meren hebben daarom zout water.
Het overgrote deel van het water op aarde is zout.
In dit zoute zeewater leven erg veel planten en dieren.
De vissen die in zoet water leven, kunnen zich vaak niet redden in het zoute water. Zij kunnen niet tegen het zout dat zich in dit water bevindt.
Maar juist omdat er zoveel zout water op de wereld is (97% van al het water op de wereld is zout), zijn er ook enorm veel vissen die hier wel tegen kunnen.
Niet drinkbaar:
Zout water is niet erg geschikt om te drinken.
Het smaakt bitter en zout.
Een gezond lichaam kan wel overweg met het zout, maar het lichaam van een schipbreukeling bijvoorbeeld niet.
Dit komt doordat iemand die lang niets eet of drinkt langzaam uitdroogt. Hierdoor kan het lichaam het zout niet meer zuiveren en kun je vergiftigd raken door het zoute water.
Zeeën bestaan uit zout water en rivieren en meren hebben vaak zoet water.
Hierdoor leven er in beide watertypen andere planten en dieren.
Maar er zijn ook dieren en planten die in zoet en zout water kunnen voorkomen.
De zalm, zeeforel, steur en houting bijvoorbeeld. Zij leven in het zoute water, maar paren in zoet water.
Maak nu opdracht 5 in je werkboekje.
Het belangrijkste zout is natriumchloride oftewel keukenzout.
De meeste van die zouten komen uit rivieren.
Zij nemen mineralen mee uit de gesteenten waar ze langskomen.
Ook sommige meren hebben daarom zout water.
Het overgrote deel van het water op aarde is zout.
In dit zoute zeewater leven erg veel planten en dieren.
De vissen die in zoet water leven, kunnen zich vaak niet redden in het zoute water. Zij kunnen niet tegen het zout dat zich in dit water bevindt.
Maar juist omdat er zoveel zout water op de wereld is (97% van al het water op de wereld is zout), zijn er ook enorm veel vissen die hier wel tegen kunnen.
Niet drinkbaar:
Zout water is niet erg geschikt om te drinken.
Het smaakt bitter en zout.
Een gezond lichaam kan wel overweg met het zout, maar het lichaam van een schipbreukeling bijvoorbeeld niet.
Dit komt doordat iemand die lang niets eet of drinkt langzaam uitdroogt. Hierdoor kan het lichaam het zout niet meer zuiveren en kun je vergiftigd raken door het zoute water.
Zeeën bestaan uit zout water en rivieren en meren hebben vaak zoet water.
Hierdoor leven er in beide watertypen andere planten en dieren.
Maar er zijn ook dieren en planten die in zoet en zout water kunnen voorkomen.
De zalm, zeeforel, steur en houting bijvoorbeeld. Zij leven in het zoute water, maar paren in zoet water.
Maak nu opdracht 5 in je werkboekje.